| Gratis parkeren is geen duurzame oplossing. Daarom verlagen Q-Park en stad Antwerpen de parkeerdruk in Berchem met voordelige bewonersabonnementen.
Meer lezen
Iedereen wil graag gratis kunnen parkeren. Maar als het aantal parkeerplaatsen beperkt is, werkt dat niet.
Iedereen wil graag gratis kunnen parkeren. Maar als het aantal parkeerplaatsen beperkt is, werkt dat niet. Automobilisten realiseren het zich misschien niet, maar het zoeken naar een parkeerplaats kost veel tijd en brandstof. Daardoor komen ze er met gratis parkeren uiteindelijk bekaaid vanaf. Bovendien nemen gratis parkeerplaatsen openbare ruimte in beslag, die daardoor niet voor andere doeleinden of door mensen zonder auto kan worden benut.
Om het overzichtelijk te houden, wordt in dit artikel de grafische weergave van de prijs-vraagvergelijkingen in een rechte lijn weergegeven. In werkelijkheid is dit een curve die op de as met het aantal parkeerplaatsen oneindig doorloopt.
Laten we aannemen dat de vraag naar parkeerplaatsen omgekeerd evenredig afneemt met de maximale prijs (reserveringsprijs) die een automobilist bereid is te betalen voor een gegarandeerde plaats in de buurt van zijn bestemming, in plaats van verder te zoeken.
Deze vraag kunnen we uitdrukken als een neerwaartse lijn.
De automobilisten die het hardst een parkeerplaats nodig hebben, zijn bereid om 10 euro per dag te betalen, terwijl automobilisten die niet hard op zoek zijn, hun auto alleen parkeren als dat gratis kan.
Als het aantal parkeerplaatsen groter is dan of gelijk is aan het aantal automobilisten dat op zoek is naar een plekje, leidt gratis parkeren tot een maximale bezettingsgraad zonder vacante plekken. Het rode gedeelte onder de vraaglijn geeft de bezettingsgraad weer.
Het rode gedeelte toont de bezettingsgraad voor niet-betaalde parkeerplaatsen wanneer automobilisten gratis kunnen parkeren. In economische termen is dit ook wel het consumentensurplus. Het consumentensurplus is geen tastbaar surplus, maar een maatstaf van het prettige gevoel dat consumenten ervaren als ze een betere deal krijgen dan verwacht.
Uit de consumentenpsychologie weten we dat dit goede gevoel erg belangrijk is voor de economie. Een groot surplus kan de consumentenuitgaven namelijk stimuleren en dat is goed voor de lokale economie.
Daarom moeten lokale bedrijven en gemeentes samen de juiste balans vinden bij het bepalen van de parkeertarieven.
Als er meer automobilisten willen parkeren dan er parkeerplaatsen beschikbaar zijn, worden automobilisten onzeker of ze wel een parkeerplaats kunnen vinden, waardoor het consumentensurplus daalt en het goede gevoel verdwijnt.
Als parkeren gratis is en het aantal plekken met de helft afneemt, wordt de bezettingsgraad ook lager. Het kleinere rode gebied geeft dus het probabilistische consumentensurplus weer.
Als er minder parkeerplaatsen beschikbaar zijn, daalt het consumentensurplus en wordt er geen rekening gehouden met de verschillende behoeften van automobilisten. Automobilisten die niet dringend op zoek zijn naar een parkeerplaats, kunnen plekken bezet houden waar automobilisten die wel dringend op zoek zijn voor bereid zijn te betalen.
De tijd die ze kwijt zijn aan het zoeken naar een vrije plek wordt in de economie ook wel een welvaartsverlies genoemd. De oorzaak van dit verlies is de inefficiëntie in de markt die zich voordoet wanneer vraag en aanbod niet in evenwicht zijn.
Stel dat het parkeertarief 5 euro per dag is. Op dit punt is de vraag gelijk aan het aanbod en is er voor iedereen een parkeerplaats beschikbaar.
Iedereen die bereid is 5 euro te betalen, kan zonder lang rond te rijden een plek vinden; de markt is in evenwicht. Degenen die niet bereid zijn 5 euro te betalen, gaan op zoek naar een alternatief.
Het zwarte en rode gebied geven het totale voordeel van betaald parkeren weer. Het zwarte gebied toont het voordeel van betalende automobilisten.
Het rode gebied toont het ontastbare voordeel voor automobilisten die bereid waren meer dan het parkeertarief te betalen. Oftewel, het consumentensurplus bij betaald parkeren.
Laten we de voordelen van betaald parkeren afwegen tegen die van gratis parkeren. Als het totale voordeel van betaald parkeren hoger is dan het probabilistische consumentensurplus bij gratis parkeren, is betaald parkeren efficiënter dan gratis parkeren.
We hoeven alleen maar het zwarte gedeelte hierboven, waarmee betaald parkeren wordt aangegeven, te vergelijken met het rode gedeelte. We zien dat het rode gedeelte (het consumentensurplus bij gratis parkeren) even groot is als het zwarte gedeelte.
Het consumentensurplus bij betaald parkeren zorgt dus voor een groter totaal voordeel dan bij gratis parkeren (het roodgemarkeerde gebied). En uiteindelijk weegt het totale voordeel voor zowel automobilisten als de lokale economie het zwaarst als er slechts een beperkt aanbod aan parkeerplaatsen is.
Origineel artikel: http://livingeconomics.org/article.asp?docId=292 - Vergelijking van de totale voordelen van gratis parkeren versus betaald parkeren bij een beperkt aantal parkeerplaatsen.